In de rubriek thuiskoken in PS van Het parool van deze zaterdag laten Kirsten en WillemJan van restaurant Gartine zien wat ze zelf eten als ze na een lange dag in de Amsterdamse binnenstad zijn teruggekeerd naar hun huis in de beemster. Nog nooit bij Gartine gegeten ? Dan mis je wat !
Je kunt overal in de stad de sterren van de hemel eten, maar de meeste Amsterdammers koken vanavond gewoon thuis. Nienke Denekamp kijkt onder de deksels en in de keukenkastjes.
Wie: Kirsten Eckhart (40) en Willem-Jan Hendriks (41), eigenaren van restaurant Gartine, www.gartine.nl Waar: Westbeemster, samenwonend
Bijna alle gerechten in hun restaurant komen uit eigen moestuin. Terwijl de winterpeentjes hard groeien, droomt Kirsten over het ideale herfstmenu.
Kirsten en Willem-Jan zijn de eigenaren van Gartine, een restaurant voor ontbijt, lunch en patisserie in de Taksteeg in Amsterdam. Het bijzondere is dat ze het grootste deel van hun producten verbouwen in hun eigen moestuin.
Tot een jaar geleden woonden ze met twee katten en honderden kookboeken op dertig vierkante meter in de Watergraafsmeer en moestuinierden ze helemaal in de Flevopolder. Dat lukte niet meer. Ze gingen op zoek naar een tuin met een huis erbij, waar je gewoon met je modderlaarzen naar binnen kan lopen. Dus staan ze om vijf uur op om met een volle auto van Westbeemster naar de stad te rijden. Dan hebben ze nog vier uur om taarten en quiches te bakken voordat de zaak opengaat. Om half acht 's avonds zijn ze weer thuis. Dan drinken ze eerst een glas wijn en gaan dan in de tuin werken. "Tijd is een probleem bij ons," zegt Kirsten.
Ergens tussendoor moet ook nog gegeten worden. Iets uit de vriezer, zoals gestoofde ossenstaarten. Ze hebben net 7,5 uur op het fornuis staan sudderen. Er hoeven alleen maar wat koolrabi's bij, en de aardappels die Willem-Jan net uit de grond heeft getrokken moeten nog koken. Ze liggen dieppaars en frisgewassen te glimmen op het aanrecht.
We maken een rondje door de tuin. Kirsten heeft het heel moeilijk gehad met het afscheid van de vorige tuin in de Flevopolder. Die hadden ze tien jaar bebouwd, het was een hof van Eden. De nieuwe tuin is nog geen jaar oud. Het was het eerste dat ze na de aankoop onder handen namen. Toch zijn de fruitbomen nog maar sprieten. Er zaten twee kersen aan de kersenboom. Met een tuin moet je geduld hebben.
We bewonderen de rode kolen. De pompoenen, winterpeen en preitjes zijn hard aan het groeien. In het hoofd van Kirsten rijpt de najaarskaart. Als het zover is, schrijft ze het zo op. Dat komt: ze leest ook nog de hele dag kookboeken en recepten. Ze staat er mee op en ze gaat ermee naar bed. Ze heeft nooit echt een koksopleiding gehad. Dan blijf je lezen.
Misschien wordt het met knoflook ingesmeerde zuurdesemtoast met een goede ham en wat gekarameliseerde uien. Een crème van winterpeen. Ze staart in de verte.
'Er kan nog van alles veranderen, hoor,' zegt Willem-Jan. Uiteindelijk beslissen ze samen. Ze zijn de hele dag samen. 'Ja, dat gaat goed hoor,' zeggen ze verbaasd. 'Hoezo?'